🇨🇦 Canada – een reis vol verwondering en kleine gelukjes
Onze familiereis van stad tot natuur, van bruisend Toronto tot lieflijk Niagara-on-the-Lake
Sommige reizen voelen meteen goed. Vanaf het moment dat we onze koffers sloten en het vliegtuig richting Toronto instapte, wist ik dat deze reis iets bijzonders zou worden. Niet enkel om de plaatsen die we gingen ontdekken, maar omdat we dit avontuur deelden met mijn ouders, Guido en Ellen, en Stéphane. Een reis vol nieuwe indrukken, geuren, smaken – en momenten die we nog lang zullen meedragen.
En wat hadden we een geluk: twee weken lang stralend weer, blauwe luchten en een zachte nazomerzon die alles nog mooier maakte.
Toronto – een bruisende start
Onze reis begon in Toronto, een stad die me verraste met haar energie en licht. We wandelden langs het water, namen de ferry naar Toronto Island (zalig om even te ontsnappen aan de drukte) en genoten van een prachtig diner bij Nobu – verfijnd, warm en met een vleugje glamour. Vanaf het eiland keek ik terug naar de skyline, en dacht: dit is het begin van iets moois.
Coup de cœur – Niagara-on-the-Lake
En toen kwam mijn echte coup de cœur: Niagara-on-the-Lake.
Wat een charmant, bijna perfect dorpje – met zijn verzorgde huisjes, weelderige tuinen en die twee stoelen onder elke porch, alsof ze uitnodigen om even te gaan zitten, te ademen, te kijken.
We genoten van de boottocht aan de voet van de Niagara Falls, de kracht van het water, het opspattende nevel… maar vooral van de rust die daarna volgde tussen de wijnvelden. Het voelde er allemaal harmonieus, zacht, bijna filmisch.
Montréal en Québec – charme en karakter
Montréal bracht ons opnieuw de stad in, met een mix van creativiteit en Franse charme. De Botanische Tuin was een oase van rust en schoonheid midden in de stad, en het accent van de mensen – zangerig en vriendelijk – vond ik heerlijk. Toch moet ik eerlijk zijn: Montréal viel me ook wat tegen. Ik had er zoveel meer van verwacht. De stad voelde druk en verrassend vuil, wat jammer was, want het potentieel is enorm.
Québec-stad daarentegen was puur betoverend – met haar kronkelende straatjes, de sfeer van het oude Europa en de watervallen van Montmorency, waar de nevel zacht op je huid blijft hangen.
Baie-Saint-Paul en Charlevoix – slapen onder de sterren
Een van de meest magische momenten van onze reis was het logeren in een dome in Baie-Saint-Paul. ’s Nachts keken we naar de sterren door het glazen dak, en overdag genoten we van het landschap dat langzaam oranje kleurde.
Het diner bij Faux Bergers was een ander hoogtepunt – pure smaken, eerlijke producten en een sfeer die tegelijk verfijnd en hartelijk was. Alles klopte.
Saint-Alexis-des-Monts – herfstkleuren en stilte
Onze tocht voerde ons ook naar Saint-Alexis-des-Monts, een plek om even te vertragen. De bossen stonden in vuur en vlam met hun herfstkleuren, het meer spiegelde het licht, en de lucht rook naar hout en den. Hier vond ik de rust die ik hoopte te vinden in Canada.
De mindere etappes
Niet elke halte wist ons evenveel te raken.
Saguenay en Chicoutimi bleken groot, wijds, maar zonder echte ziel – weinig charme, veel beton. Kingston voelde wat zielloos, alsof de stad niet goed wist wat ze wilde zijn. En Montréal, hoe graag ik ze ook had willen liefhebben, kon me uiteindelijk niet helemaal overtuigen. Maar dat hoort bij reizen: niet alles is perfect, en net daardoor blijven de échte hoogtepunten zo helder hangen.
Wat blijft hangen
Wat ik me vooral zal herinneren, is de warmte van de mensen, de geur van dennen, het geluid van vallend water en het samenzijn onderweg. Canada heeft iets zachts – iets dat je uitnodigt om te vertragen, te kijken, te voelen.
En dat is precies wat deze reis voor mij was: een herinnering aan het belang van tijd nemen, samen beleven en dankbaar zijn voor al het moois dat er al is.







